gietvloer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gietvloer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• giet·vloer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gieten zn  en  vloer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gietvloer	gietvloeren
verkleinwoord	gietvloertje	gietvloertjes

Zelfstandig naamwoord

de gietvloer m

1. een afwerklaag die op een dragende vloer wordt aangebracht door middel van het gieten van een stof die op de onderlaag uithardt

   • Het was vervolgens snel besloten: die stuclaag moest eraf. Helemaal. „Het heeft ons heel veel tijd en werk gekost om die hele wand kaal te steken”, vertelt Charlotte: „Een goede beslissing. De wand geeft het huis veel warmte en steekt perfect af bij de betonnen gietvloer en de strakke inrichting.”  
   • „De bouw van het huis is toch veel bewerkelijker dan gedacht”, verklaart Gerben Scholten van de camping ’t Stien’n Boer. In december wordt zowel boven als beneden een gietvloer gelegd die ’t Stien’n Boer krijgt aangeboden door het bedrijf Unipro. En dat is een financiële meevaller die ’t Stien’n Boer goed kan gebruiken, want het totale kostenplaatje is volgens Scholten fors hoger uitgevallen dan het oorspronkelijke bedrag van ruim twee ton.  
   • Andriëtte Dobbelsteen van DRT Vloeren in Oss, dat sinds 2009 ook esthetische gietvloeren voor de Belgische particuliere en zakelijke markt levert, herkent dit. „Waar Nederlanders meer op de prijs gericht zijn, zijn Belgen op relaties gericht.  

Vertalingen

    1.   

Engels: cast house floor (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'gietvloer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gietvloer" herkend door:

89 %	van de Nederlanders;
81 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.