gietsel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gietsel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• giet·sel

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van gieten met het achtervoegsel -sel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gietsel	gietsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gietsel o

1. vast voorwerp dat ontstaan is door heet vloeibaar metaal of gips in een vorm te gieten en dan te laten stollen

   • Het beeld is overigens een zogenoemd 'tweede gietsel'. Het eerste beeld dat is gegoten komt te staan op Universiteit Tilburg, waar een Marga Klompé Leerstoel is. De koningin zal dat beeld volgende week vrijdag al onthullen.  
   • Sinds 1996 heeft Hartog zelf een „vrij precieze databank” opgebouwd met beelden van Maillol en van latere gietsels. Op basis daarvan durft hij te concluderen: „Op de tentoonstelling in de Kunsthal staan slechts twee bronzen beelden uit de collectie van Musée Maillol die misschien ouder zijn dan 1944.”  

Hyponiemen

• afgietsel, gipsafgietsel, pleisterafgietsel

Gangbaarheid

• Het woord gietsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gietsel" herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
87 %	van de Vlamingen.