gezondheidszorgbeleid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·zorg·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidszorgbeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gezondheidszorgbeleido

  1. (politiek) de plannen en de voornemens van een overheid betreffende de gezondheidszorg
     "Of we donorgelden krijgen of niet, dit programma gaat gewoon door. Het is nu nationaal gezondheidszorgbeleid van eSwatini", zegt Ndlela Simelane. "In 2022 willen we dat er geen nieuwe infecties met hiv meer bij komen."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Hiv/aids: niet alleen slecht nieuws uit Afrika” (Woensdag 25 juli 2018, 16:07), NOS