gezondheidsminister
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gezondheidsminister (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈzɔnthɛitsmiˌnɪstər / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·zond·heids·mi·nis·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gezondheid zn en minister zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondheidsminister | gezondheidsministers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de gezondheidsminister m
- (regering) politiek bestuurder die leiding geeft aan een overheidsdepartement dat probeert te voorkomen dat mensen ziektes krijgen en ervoor zorgt dat ze hulp krijgen als dat toch gebeurt
- Gezondheidsminister Hoogervorst kan nu al opgelucht ademhalen: met zo weinig klanten wordt er vanzelf veel minder gerookt in cafés. [1]
- ▸ Het vertrek van een reeks hooggeplaatste functionarissen werd op 5 juli ingeluid door minister van Financiën Rishi Sunak en gezondheidsminister Sajid Javid. Het tweetal uitte bij hun vertrek felle kritiek op Johnson. Ze schreven in een verklaring dat de overheid geen "goed, competent en serieus werk" verricht.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'gezondheidsminister' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Schinkel, M.Laatste ronde (2 juni 2004) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-11-30
- ↑ Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 19
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Regering in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal