gezondheidsdienst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidsdienst gezondheidsdiensten
verkleinwoord gezondheidsdienstje gezondheidsdienstjes

Zelfstandig naamwoord

de gezondheidsdienstm

  1. overheidsdienst die zorgt voor de volksgezondheidszorg in een bepaald gebied
    • De gemeentelijke gezondheidsdienst (de GGD) draagt o.a. zorg voor de openbare geestelijke gezondheidszorg. 
  2. dienst die zorgt voor de gezondheidszorg voor andere doelgroepen, zoals dieren

Gangbaarheid