gezinsdynamiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zins·dy·na·miek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezinsdynamiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gezinsdynamiekv

  1. de sociale interactie die de leden van een gezin met elkaar hebben
     Mijn kinderen vliegen na hun eindexamen, als alles goed gaat natuurlijk, letterlijk en figuurlijk uit; zij gaan gedeeltelijk in het buitenland wonen, trainen en studeren, en samen met Richard zal ik meer gaan reizen. Deze nieuwe gezinsdynamiek is voor mij moeilijk te combineren met een wekelijks programma als RTL Boulevard."[1]
     „Het feit dat je continu op elkaars lip zit, kan voor velen zeer stressvol zijn”, zegt gz-psycholoog Gijs Coppens. „In een normale situatie zijn eigen activiteiten buitenshuis, zoals school, sporten en werk, een belangrijk onderdeel van de gezinsdynamiek. We missen nu die natuurlijke balans tussen wel en niet samenzijn.”[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Daphne Deckers na 9 jaar weg bij RTL Boulevard” (11-01-2017), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Zorgpersoneel getest bij klachten, meer dan 250 ’coronaboetes’ uitgedeeld” (01 apr. 2020), De Telegraaf