gezichtsmaskers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gezichtsmaskers (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈzɪxtsmɑskərs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·zichts·mas·kers
Woordherkomst en -opbouw
- gezichtsmasker met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de gezichtsmaskers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gezichtsmasker
Gangbaarheid
- Het woord gezichtsmaskers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.