gezichtsbepalend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zichts·be·pa·lend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gezichtsbepalend gezichtsbepalender gezichtsbepalendst
verbogen gezichtsbepalende gezichtsbepalendere gezichtsbepalendste
partitief gezichtsbepalends gezichtsbepalenders -

Bijvoeglijk naamwoord

gezichtsbepalend

  1. kenmerkend voor het uiterlijk
     Het Apthorp staat trouwens pas sinds vorig jaar op de monumentenlijst, maar werd al in 1969 uitgeroepen tot een gezichtsbepalend gebouw in New York City.[1]
  2. van een persoon dat hij of zij iets in het openbaar vertegenwoordigt
     Cor van der Geest, gezichtsbepalend in het Nederlandse judo, wil aanvankelijk geen naam noemen als hem gevraagd wordt wie vanaf 2022 de kar moet trekken op Papendal.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 februari 2022 Weblink bron “Voor Hendriks bestaat maar één ideale opvolger: 'Verhaeren gelijk vastleggen'” (15-02-2021), NOS