gezeul

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zeul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezeul
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gezeulo

  1. aanhoudend op een vermoeiende manier zware zaken dragen en/of verplaatsen
    • Het gezeul met het lichaam van Tamerlan Tsarnajev, de overleden verdachte van de bomaanslagen tijdens de marathon van Boston, lijkt nog lang niet voorbij. Ook Thomas Menino, de burgemeester van Boston, wil niet dat de oudste broer Tsarnajev in zijn stad wordt begraven.[1] 
    • Maar vandaag kookt ome Ad, die eigenlijk Adna Ghilazghi heet, thuis. Niet te hard aanbellen alstublieft, want de baby slaapt. Het is echt niet elke dag feest. Dat kan ook niet, want dat gezeul met die keukenblokken, steeds andere bandjes scouten en nieuwe spellen verzinnen kost ontzettend veel tijd.[2] 

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Het Parool 8 MEI 2013 Burgemeester: begraven verdachte in Boston 'ongepast'
  2. Het Parool NIENKE DENEKAMP 16 FEBRUARI 2013 Thuiseten: Aan tafel bij ome Ad
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be