geword

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·word

Werkwoord

vervoeging van
geworden

geword

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geworden
    • Ik geword. 
  2. gebiedende wijs van geworden
    • Geword! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geworden
    • Geword je? 


Afrikaans

Werkwoord

vervoeging van: word…
verbogen vorm: geworde

geword

  1. voltooid deelwoord van word