gewone otterschelp
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ge·wo·ne ot·ter·schelp
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van gewone en otterschelp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewone otterschelp | gewone otterschelpen |
verkleinwoord | gewoon otterschelpje | gewone otterschelpjes |
Zelfstandig naamwoord
- (tweekleppigen) Lutraria lutraria een nogal dunschalige schelp. De vorm is langwerpig en de schelp is vrij plat. De kleppen gapen langs beide uiteinden. De boven- en onderrand lopen parallel. De top ligt iets naast het midden. De buitenkant is bijna glad met een sculptuur van fijne groeilijnen, maar kan iets verweerd zijn. In tegenstelling tot wat bij Lutraria angustior en Lutraria oblonga het geval is, vallen de onderkant van de mantellijn en de onderkant van de mantelbocht nergens samen. Het slot is heterodont met opvallend grote driehoekige ligamentholtes (inwendige slotband). De cardinale tanden zijn gevorkt. Laterale tanden zijn onduidelijk (1 in rechter- en 2 in linkerklep). Er is ook een zeer korte uitwendige slotband
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'gewone otterschelp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.