gewinnen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·win·nen
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands gewinnen
- afgeleid van winnen met het voorvoegsel ge-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gewinnen |
gewon |
gewonnen |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
gewinnen
- overgankelijk verkrijgen, vooral in godsdienstige zin
- Ik acht alle dingen schade te zijn om de uitnemendheid van de kennis van Christus, opdat ik Christus mag gewinnen.[1]
- overgankelijk archaisch/bijbels: als nageslacht krijgen
- En aangaande Ismaël heb Ik u verhoord; zie, Ik heb hem gezegend, en zal hem vruchtbaar maken, en hem gans zeer vermenigvuldigen; twaalf vorsten zal hij gewinnen, en Ik zal hem tot een groot volk stellen; [2]
Zelfstandig naamwoord
gewinnen
- ongewoon: meervoud van gewin
- Vrijgezels, welker inkomsten en gewinnen niet zo hoog zijn dat zij onder de classen zijn begrepen, zullen contribueeren op den voet zo als in de classen is bepaald, te weten 1/4 gedeelten van hunne verdienst of inkomst, den tienden penning -- Nieuw plan van belasting voor het Friesche volk.[3]
Uitdrukkingen en gezegden
- Eerste gewin is kattengespin
initiële winst kan zo weer zijn verloren
- Goed begonnen is half gewonnen
een goed begin is het halve werk
Gangbaarheid
- Het woord gewinnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gewinnen" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Preek 2004
- ↑ Genesis 17:20 in: Statenvertaling op website: statenvertaling.net; geraadpleegd 2017-12-16
- ↑ Verzaameling van placaaten, missiven resolutien enz door het provinciaal bestuur van Friesland, 28 junij - 8 november 1796
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·win·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gewinnen |
gewann |
gewonnen |
volledig |
Werkwoord
gewinnen
Middelnederlands
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
gewinnen | gewan | gewonnen | gewonnen |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
gewinnen [1]
- gewinnen, verdienen
- overwinnen
- verwerven
- verkrijgen als slaaf, als huwelijkspartner
gerundium | |
---|---|
nominatief | gewinnen |
genitief | gewinnens |
datief | gewinnene |
accusatief | gewinnen |
Zelfstandig naamwoord
- gerundium: het gewinnen, verkrijgen
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel ge- in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 76 %
- Prevalentie Vlaanderen 58 %
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 8
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Werkwoord in het Duits
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 8
- Werkwoord in het Middelnederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Middelnederlands
- Gerundium in het Middelnederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Middelnederlands