gewielrend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gewielrend (hulp, bestand)
- IPA: /ɣəˈwilrɛnt/
Woordafbreking
- ge·wiel·rend
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van wielrennen: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | wielrennen… |
verbogen vorm: | gewielrende |
gewielrend
- voltooid deelwoord van wielrennen
- Er kan momenteel niet worden gewielrend zonder dat de geloofwaardigheid van de sport ter sprake komt. [1]
Verwijzingen
- ↑ Wagendorp, B.Wie gelooft die coureurs nog? (13 april 2013) op website: Volkskrant.nl; geraadpleegd 2016-09-17