gewelfsel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·welf·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewelfsel | gewelfsels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gewelfsel o
- (bouwkunde) gebogen zoldering
- ruimte met een gebogen zoldering
Synoniemen
- [1] gewelf
Gangbaarheid
- Het woord gewelfsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gewelfsel" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be