gewassen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·was·sen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: wassen…
geen verbogen vorm

gewassen

  1. voltooid deelwoord van wassen
  2. bijwoordelijk gebruikt
     Fris gewassen bekeek ik in de spiegel mijn gezicht, dat een stuk dunner was dan voor vertrek.[1]
     Vermoedelijk waren de mooie vloerkleden ook gewassen met groene zeep omdat andere soorten zeep en wasmiddel op rantsoen waren.[2]
Opmerkingen
  • Het gaat hier om het werkwoord wassen in de betekenissen "schoonmaken" en "aangroeien".
Antoniemen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

de gewassenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gewas

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be