gevroren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·vro·ren
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van vriezen: de stam met omvoegsel ge- -en en een klinkerwisseling ie-oo (IPAː /iː/ - /ɔː/)
Werkwoord
vervoeging van: | vriezen… |
geen verbogen vorm |
gevroren
- voltooid deelwoord van vriezen