gevoelswaarde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·voels·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevoelswaarde | gevoelswaardes gevoelswaarden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de emotionele waarde van iets
- ▸ Ze aten de volgende ochtend een echt Engels, maar toch Duits ontbijt en liepen hand in hand terug naar het station, zochten een fotoautomaat op, namen de noodzakelijke portretfoto's en nog een paar met een wat meer privékarakter waar ze samen op stonden, foto's die in al hun eenvoud in de toekomst vast veel gevoelswaarde zouden krijgen.[3]
- de bijklank van een woord of zin
Synoniemen
- [2] connotatie
Gangbaarheid
- Het woord gevoelswaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ gevoelswaarde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044640496