gevlekt
Uiterlijk
- ge·vlekt
- bn: pseudodeelwoord afgeleid van vlek zn met het omvoegsel ge- -t
- ww: vervoeging van vlekken: de stam met omvoegsel ge- -t
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gevlekt | gevlekter | gevlektst |
verbogen | gevlekte | gevlektere | gevlektste |
partitief | gevlekts | gevlekters | - |
gevlekt
- voorzien van vlekken, niet effen van kleur
- Zijn wenkbrauwen waren dik en donker, zijn snor en baard grijs gevlekt en dun.
vervoeging van: | vlekken… |
verbogen vorm: | gevlekte |
gevlekt
- voltooid deelwoord van vlekken
- Het woord gevlekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gevlekt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Pseudodeelwoorden in het Nederlands
- Omvoegsel ge- -t in het Nederlands
- Voltooid deelwoord met ge- -t
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %