gever
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van geven met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gever | gevers |
verkleinwoord | gevertje | gevertjes |
Zelfstandig naamwoord
de gever m
- een persoon die geeft.
Verwante begrippen
Antoniemen
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord gever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gever" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be