gevaccineerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·vac·ci·neerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van vaccineren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | vaccineren… |
verbogen vorm: | gevaccineerde |
gevaccineerd
- voltooid deelwoord van vaccineren
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.