getroffene

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·trof·fe·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord getroffene getroffenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de getroffenev / m

  1. iemand die schade heeft ondervonden door een ramp of negatieve gebeurtenis
    • De nazorg voor getroffenen van de ramp is zowel gericht op lichamelijke als op psychische aspecten. 

Gangbaarheid