getroebleerd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  getroebleerd    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·troe·bleerd

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘niet goed bij het hoofd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1829
• vervoeging van troebleren: de stam met omvoegsel ge- -d

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	getroebleerd	getroebleerder	getroebleerdst
verbogen	getroebleerde	getroebleerdere	getroebleerdste
partitief	getroebleerds	getroebleerders	-

Bijvoeglijk naamwoord

getroebleerd

1. (formeel) niet goed bij het hoofd

Afgeleide begrippen

• getroebleerdheid

Vertalingen

    1.   

Engels: crack-brained (en), daft (en), loopy (en), nuts (en), weird (en)

Werkwoord

vervoeging van:	troebleren…
verbogen vorm:	getroebleerde

getroebleerd

1. voltooid deelwoord van troebleren

Gangbaarheid

• Het woord getroebleerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "getroebleerd" herkend door:

68 %	van de Nederlanders;
69 %	van de Vlamingen.