geteem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·teem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geteem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het geteemo

  1. schijnheilig gezeur
     De Indonesiërs betalen zelfs 85 miljoen meer aan de Duitsers. En dat niet alleen: de relatie tussen Nederland en Indonesië is door het morele geteem weer ernstig verslechterd.[2]
     Maar dat geteem om een tamelijk duur sprookje... Zo kinderachtig ook, met hermelijnen mantels en iemand die iets roept, en dragers van grote boeken.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

46 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Een tank is een wapen, en geen dure bloempot” (3 juli 2012), Het Parool
  3. Bronlink Weblink bron “Een duur sprookje. Kinderachtig ook, met die mantels en boekdragers” (1 mei 2013), Het Parool
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be