gesyndikeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·syn·di·keer·de
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van syndicaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gesyndikeerde | gesyndikeerden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) persoon die is aangesloten bij een vakbond
Bijvoeglijk naamwoord
gesyndikeerde
- verbogen vorm van de stellende trap van gesyndikeerd
Gangbaarheid
- Het woord gesyndikeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.