gestiek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ges·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gestiek | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gestiek v
- (communicatie) het communiceren met houding en (hand)gebaren
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gestiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.