gestählt

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: / ɡəˈʃtɛːlt /
Woordafbreking
  • ge·stählt
stellend vergrotend overtreffend
gestählt
/ ɡəˈʃtɛːlt /
gestählter
/ ɡəˈʃtɛːltɐ /
am gestähltesten
/ am ɡəˈʃtɛːltəstn̩ /
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

gestählt

  1. gestaald
    «Ein Staatsmann oben ohne, mit gestählter Brust und überhaupt formidabel in Form für einen 54-Jährigen.[1]»
    Een staatsman met ontbloot bovenlijf, met gestaalde borst en best goed in vorm voor een 54-jarige.
Hyperoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

gestählt

  1. voltooid deelwoord van stählen