gespletenheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·sple·ten·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gespletenheid gespletenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gespletenheidv

  1. in zichtzelf tegenstrijdig; gericht op onverenigbare zaken
     Hij begreep dit door het smartelijk gevoel van gespletenheid dat hij op dat moment onderging.[2]
     Dat leidt tot een bepaalde gespletenheid, stelt D66-fractievoorzitter Rob Jetten. "Je verdedigt het compromis dat is gesloten in de coalitie, maar je moet ook niet vergeten je eigen verhaal te vertellen." En in dat eigen verhaal van D66 zit ook iets dubbels, vertelt Jetten. "Radicaal en redelijk in een. Wij willen debatten openen waar andere partijen misschien nog niet aan toe zijn. Maar wel met een onderbouwd verhaal."[3]
     Ondertussen bemoeiden kunstenaars, ambtenaren, commissies en ministers zich met het ontwerp, ook vaak zonder echt enthousiasme. De Centrale Commissie voor Oorlogs- of Vredesgedenktekens, opgericht om wildgroei aan monumenten te voorkomen, vond het ontwerp te groot voor de drukke Dam. Door de gespletenheid van obelisk en muur miste het bovendien "de klaarheid en zeggingskracht die van het nationale monument mogen en moeten worden verlangd".[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Anna Karenina” op Wikipedia (1877), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028276062
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2022 Weblink bron “Coalitie kijkt vooruit: nu nog eensgezind, maar verkiezingen in het achterhoofd” (05-01-2020), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 24 maart 2022 Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Monument op de Dam: gedenkteken vol vergeten betekenis” (02-05-2021), NOS