gespeelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·speel·de
Werkwoord
vervoeging van: | spelen… |
gespeelde
Bijvoeglijk naamwoord
gespeelde
- verbogen vorm van de stellende trap van gespeeld
vervoeging van: | spelen… |
verbogen vorm: | gespeeldee |
gespeelde
gespeelde