geschokte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·schok·te
Werkwoord
vervoeging van: | schokken… |
geschokte
Bijvoeglijk naamwoord
geschokte
- verbogen vorm van de stellende trap van geschokt
vervoeging van: | schokken… |
verbogen vorm: | geschoktee |
geschokte
geschokte