geschnabbeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·schnab·beld
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van schnabbelen: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | schnabbelen… |
verbogen vorm: | geschnabbelde |
geschnabbeld
- voltooid deelwoord van schnabbelen