geschil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geschil geschillen
verkleinwoord geschilletje geschilletjes

Zelfstandig naamwoord

geschil o [3]

  1. geweldloos conflict, vaak politiek of diplomatiek met juridische aspecten.
    • Het geschil tussen België en Nederland inzake de IJzeren Rijn is vooralsnog niet beslecht. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen