gerepliceerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·re·pli·ceerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van repliceren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | repliceren… |
verbogen vorm: | gerepliceerde |
gerepliceerd
- voltooid deelwoord van repliceren