gerbera

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Gerbera
Uitspraak
Woordafbreking
  • ger·be·ra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘snijbloem’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1923 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord gerbera gerbera's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gerberav / m

  1. (plantkunde) Gerbera op Wikispecies een geslacht van planten in de familie Asteraceae

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen