gerammel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·ram·mel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rammelen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gerammel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gerammel o
- een rammelend geluid maken, lawaai veroorzaakt door het tegen elkaar stoten van voorwerpen
- Het gerammel aan de poort van Unilever bracht zijn strategie weer onder de aandacht om een duurzame producent te zijn. Directievoorzitter Polman staat bijvoorbeeld op nummer 9 in de duurzame top-100 van dagblad Trouw, dat is een lijst met de groenste Nederlandse beslissers en actievoerders, van natuurbeschermers en wetenschappers tot politici en ondernemers. Twee plaatsen boven Polman staat Feike Sijbesma, topman van DSM én commissaris bij Unilever. De duurzame strategie onderscheidde Unilever, in elk geval in de beeldvorming, de afgelopen week van het aandeelhouderskapitalisme van Kraft Heinz. [1]
- Van doodse stilte tot gerammel met pannen. En geweervuur. Correspondent Bram Vermeulen beschrijft een chaotische nacht in Istanbul. [2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord gerammel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gerammel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Menno Tamminga 24 februari 2017
- ↑ NRC Bram Vermeulen 16 juli 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be