gepreludeerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·pre·lu·deerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van preluderen: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | preluderen… |
geen verbogen vorm |
gepreludeerd
- voltooid deelwoord van preluderen