gepolijst

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gepolijst    (hulp, bestand)
• IPA: / ɣəpoˈlɛist / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ge·po·lijst

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van polijsten: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt
• bn: al in Middelnederlands als  gepolijst bn 

Werkwoord

vervoeging van:	polijsten…
verbogen vorm:	gepolijste

gepolijst

1. voltooid deelwoord van polijsten

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	gepolijst	gepolijster	(gepolijstst) *
verbogen	gepolijste	gepolijstere	(gepolijstste) *
partitief	gepolijsts	gepolijsters	-

Bijvoeglijk naamwoord

gepolijst

1. glanzend glad gemaakt door fijn schuren en poetsen

Opmerkingen

• Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest gepolijst(e)" worden gebruikt.

Gangbaarheid

• Het woord gepolijst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.