gepassagierd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·pas·sa·gierd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van passagieren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | passagieren… |
verbogen vorm: | gepassagierde |
gepassagierd
- voltooid deelwoord van passagieren