geordende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·or·den·de
Werkwoord
vervoeging van: | ordenen… |
geordende
Bijvoeglijk naamwoord
geordende
- verbogen vorm van de stellende trap van geordend
vervoeging van: | ordenen… |
verbogen vorm: | geordendee |
geordende
geordende