genodigde

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  genodigde    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·no·dig·de

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van genodigd met het achtervoegsel -e

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	genodigde	genodigden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de genodigde v / m

1. iemand die uitgenodigd is

   ▸ Het afscheid van de gestorven graaf is officieel een privéaangelegenheid. Maar een rouwstoet met vijfhonderd genodigden die van de Grote Kerk in het centrum van Almelo naar het mausoleum op het grafelijke landgoed ten oosten van de stad wandelt is ook een publieke aangelegenheid.

   ▸ Fotocollage van de slachtoffers: Er komen twee lange wanden te staan met de namen van alle slachtoffers. Nabestaanden en genodigden kunnen daar een bloem achterlaten zodat een erehaag ontstaat. Aan het einde van de ceremonie wordt een collage geprojecteerd van foto's van de slachtoffers. De nabestaanden hebben die foto's ingezonden.

Hyponiemen

• eregenodigde

Vertalingen

    1.   

Spaans: invitado (es) m

Werkwoord

vervoeging van:	nodigen…
verbogen vorm:	genodigdee

genodigde

1. verbogen vorm van genodigd, voltooid deelwoord van nodigen

Gangbaarheid

• Het woord genodigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "genodigde" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.