geneeskrachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·nees·krach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geneeskrachtig geneeskrachtiger geneeskrachtigst
verbogen geneeskrachtige geneeskrachtigere geneeskrachtigste
partitief geneeskrachtigs geneeskrachtigers -

Bijvoeglijk naamwoord

geneeskrachtig

  1. met een werking die genezing bewerkstelligt
    • Een geneesmiddel heeft een geneeskrachtige werking als ze voor de juiste indicatie en op de juiste wijze wordt toegediend. 
    • Met rijke ijdeltuiten, die hun hele gezicht hebben laten verruïneren door botoxinjecties van een of andere schoenmaker of een zekere dokter Deen, heb ik geen meelij. Dat is de rimpelmaffia. Maar met opgegeven patiënten, die voor veel te veel geld door een oplichter worden ingespoten met geneeskrachtige badzoutvitaminen heb ik dat wel. Oppakken die oplichters en wekenlang injecteren met hun medicinale gootsteenontstopper. Tot ze kermend om genade krijsen.[1] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Youp van 't Hek 5 augustus 2016 NRC
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be