gemoraliseer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·mo·ra·li·seer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemoraliseer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gemoraliseero

  1. het aanhoudend belerend spreken over wat mensen wel of niet zouden moeten doen
     En als er iets was waar Tsjechov een hekel aan had, dan was het wel het gemoraliseer in Tolstojs romans.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045024875