gemompel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·mom·pel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van mompelen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemompel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het voortdurend mompelen, een binnensmonds en onverstaanbaar spreken
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gemompel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gemompel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be