gemoedelijke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·moe·de·lij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

gemoedelijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gemoedelijk
     Denemarken ook nauwelijks, in de pers hadden ze het uitgebreid gehad over de gemoedelijke verhouding tussen de Deense bevolking en de Duitse gasten. De koning en de regering van Denemarken zaten nog op hun plaats en de samenwerking leek uitstekend te functioneren binnen de Germaanse verbroedering.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142