gemier

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gemier    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·mier

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van mieren met het voorvoegsel ge-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gemier	gemieren
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het gemier o

1. gepruts, gezanik, geknoei, geklier

Verwante begrippen

• mier

Gangbaarheid

• Het woord gemier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gemier" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
41 %	van de Vlamingen.