gemeenschapsregering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·meen·schaps·re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gemeenschapsregering gemeenschapsregeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gemeenschapsregeringv

  1. regering van een van de deelstaten van België
    • België is een drietalig land, heeft drie gemeenschapsregeringen en kent drie publieke omroepen: de Nederlandstalige BRTN, de Franstalige RTBF en de Duitstalige BRF. Tot 1980 viel, wat toen nog de BRT-RTB heette, onder de federale overheid. Sindsdien ressorteren de omroepen onder respectievelijk de Vlaamse, de Waalse en de Duitse gemeenschapsregering. De omroep was daarmee een van de eerste gebieden waarop de culturele autonomie van de drie gemeenschappen gestalte kreeg.[1] 
    • Grafé (64) was minister van Onderwijs in de Franse gemeenschapsregering en minister van Onderzoek in de Waalse gewestregering. De politicus nam maandagavond ontslag. De parlementen van de Franse gemeenschap en het Waalse gewest moeten nu beslissen of Grafé in staat van beschuldiging wordt gesteld. Want alleen dan kan het Hof diens vermeende pedoseksuele activiteiten verder onerzoeken.[2]  
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Birgit Donker 14 november 1994
  2. Volkskrant PETER DE GRAAF 11 december 1996