gelule

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: gelul


Nederlands

1. twee gelules
Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·lu·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gelule gelules
gelulen
verkleinwoord geluletje
geluultje
geluletjes
geluultjes

Zelfstandig naamwoord

de gelulev

  1. (farmacologie) kleine hoeveelheid geneesmiddel of voedingssupplement verpakt in een dun laagje gelatine zodat het gemakkelijk kan worden ingeslikt
    • Iets ingewikkelder is 30 % pepermuntolie, 25 % olie van witte tijm, 25 % olie van rozemarijn CT verbenon, 10 % wortelolie en 10 % selderolie te mengen, daarvan 300 mg per gelule te laten stoppen en er ’s avonds en ‘s morgens na de maaltijd een gelule in te nemen. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

3 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen