geletterdheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·let·terd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geletterdheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de geletterdheidv

  1. de mate waarin iemand kan lezen en schrijven; de mate waarin men het geschreven woord kan gebruiken
     George W. Bush omschrijft zijn moeder als een geweldige first lady en een vrouw die als geen ander luchtigheid, liefde en geletterdheid bracht aan miljoenen mensen.[2]
  2. (figuurlijk) de mate waarin iemand in staat is ergens gebruik van te maken
     Bovendien hebben kinderen niet altijd door dat het reclame is waardoor ze onbewust worden beïnvloed, zegt Remco Pijpers. Hij is strategisch adviseur digitale geletterdheid bij stichting Kennisnet en expert op het gebied van jeugd en digitale media.[3]
     Een belangrijk deel van de Kamer maakt zich grote zorgen over het plan dat de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs deze week heeft ingediend. Hij wil na de zomer commissies gaan samenstellen van leraren "en andere experts". En die krijgen tot eind 2023 om zich te buigen over de nieuwe 'kerndoelen' in het onderwijs. Dat zijn, naast taal en rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid.[4]
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 juli 2022 Weblink bron “Oud-presidentsvrouw Barbara Bush (92) overleden” (Woensdag 18 april 2018), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 juli 2022 Weblink bron “Waarom juist kinderen zo interessant zijn voor sociale media” (09 oktober 2021), NU.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 2 juli 2022 Weblink bron “Minister komt Kamer tegemoet: eerst achterstanden taal en rekenen aanpakken” (Woensdag 6 april 2022), NOS