gelegenheid
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gelegenheid (hulp, bestand)
- IPA: /ɣǝ.'le.ɣǝn.ɦɛjt/, /ɣǝ.'le.ɣǝn.ɦɛdǝ(n)/
Woordafbreking
- ge·le·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘plaats m.b.t. haar ligging’ voor het eerst aangetroffen in 1399 [1]
- Afgeleid van gelegen met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelegenheid | gelegenheden |
verkleinwoord | gelegenheidje | gelegenheidjes |
Zelfstandig naamwoord
gelegenheid v
- mogelijkheid tot
- In het schema is er gelegenheid om een kop koffie te drinken.
- Geen slechte gelegenheid om Albert eens gade te slaan. [2]
- Een jubileum waar niemand bij stil staat, verdient die naam misschien niet. Een herdenking met één deelnemer, dat klinkt niet koosjer. Toch grijp ik de gelegenheid, omdat het kinderboek dat precies 25 jaar geleden verscheen, met elke verhuizing mee mocht: Plinius Pinguïn (1990) van Boudewijn Büch (1948-2002), met tekeningen van Pauline Drost. [3]
- ▸ Er was ampele gelegenheid om te verdwalen. Onder andere omstandigheden zou ik mij ook daarop verheugen, maar nu gaf ik de voorkeur aan doelgerichtheid. Ik wilde Clio zien.[4]
- ▸ Hij maakte van de gelegenheid gebruik om zich helemaal uit te kleden en keek om zich heen in de heel kleine en heel Engelse slaapkamer waar het raam tochtte, ook al was het dicht.[5]
- een zaak
- Weet jij een gelegenheid waar ik een nieuwe broek kan kopen?
Hyponiemen
- dansgelegenheid, drinkgelegenheid, eetgelegenheid, kookgelegenheid, parkeergelegenheid, reisgelegenheid, slaapgelegenheid, uitgaansgelegenheid, wasgelegenheid, werkgelegenheid, woongelegenheid
Afgeleide begrippen
- gelegenheidscoalitie, gelegenheidsdicht, gelegenheidsformatie, gelegenheidsgedicht, gelegenheidskleding, gelegenheidsstuk, gelegenheidsvers, gelegenheidsvlag, gelegenheidszegel
Vertalingen
1. mogelijkheid tot
Gangbaarheid
- Het woord gelegenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gelegenheid" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ "gelegenheid" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
- ↑ de Volkskrant Arjan Peters5 december 2015 In depressieve Plinius Pinguïn een zelfportret zien
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 22
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628265
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %