gekwetstheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·kwetst·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gekwetstheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gekwetstheidv

  1. de mate waarin iemand zich beledigd voelt; de mate waarin iemand beledigd is
     Alpatytsj onderdrukte een gevoel van gekwetstheid, en liep haastig met soepele tred achter Rostov aan, intussen zijn inzichten uiteenzettend.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen