gekruist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·kruist
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: kruisen…
verbogen vorm: gekruiste

gekruist

  1. voltooid deelwoord van kruisen
stellend
onverbogen gekruist
verbogen gekruiste
partitief gekruists

Bijvoeglijk naamwoord

gekruist

  1. kruiselings over elkaar heen gaande
    • Bij het snoeien is het belangrijk gekruiste takken weg te halen. 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [1] [2]

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be